Hendrick Lubbertsz
Hendrick Lubbertsz ,
, -
SAGV155.2-3238-blz. 369-370; 16-06-1710: Akte van bewijs. Compareerden voor Schepenen Lubbert Hendricksz weduwenaer van Pietertje Bouwes/Boijwes ter eenre, ende Jacob Bouwes en Jan Jacobsz als vooghden over het kind genaemt Hendrick Lubbertsz
bij de voorn Piertje Bouwes nagelaten. Hij bewijs heeft gedaan mitsgaders een somme van f 100,- als mede alle soodanighe goederen en penningen als hij eerste comparant in tijden en wijlen soude mogen comen trecken van sijn moeije Marritje
Jacobs, huijsvrouw van Reijer Jacobsz wonende tot Blaricum.- Vader:
Lubbert Hendricksz ,
, -
SAGV155.2-3238-blz. 369-370; 16-06-1710: Akte van bewijs. Compareerden voor Schepenen Lubbert Hendricksz weduwenaer van Pietertje Bouwes/Boijwes ter eenre, ende Jacob Bouwes en Jan Jacobsz als vooghden over het kind genaemt Hendrick Lubbertsz
bij de voorn Piertje Bouwes nagelaten. Hij bewijs heeft gedaan mitsgaders een somme van f 100,- als mede alle soodanighe goederen en penningen als hij eerste comparant in tijden en wijlen soude mogen comen trecken van sijn moeije Marritje
Jacobs, huijsvrouw van Reijer Jacobsz wonende tot Blaricum,
tr. (2)
met Neeltje Martens .,
relatie (1).
- Moeder:
Pietertje Bouwens Swart de, dr. van Bouw ( Bauwe) Gijsbertsz Swart de en Trijntje Gerrits ,
ovl. op 28-02-1709 te Blaricum,
begr. op 28-02-1709 te Blaricum; PIETER Bouwens: Pro Deo,
, -
SAGV155.2-3238-blz. 369-370; 16-06-1710: Akte van bewijs. Compareerden voor Schepenen Lubbert Hendricksz weduwenaer van Pietertje Bouwes/Boijwes ter eenre, ende Jacob Bouwes en Jan Jacobsz als vooghden over het kind genaemt Hendrick Lubbertsz
bij de voorn Piertje Bouwes nagelaten. Hij bewijs heeft gedaan mitsgaders een somme van f 100,- als mede alle soodanighe goederen en penningen als hij eerste comparant in tijden en wijlen soude mogen comen trecken van sijn moeije Marritje
Jacobs, huijsvrouw van Reijer Jacobsz wonende tot Blaricum,
-
SAGV155.2-ORA-3239-blz.229; 05-04-1717: Tot voogden over de nagelaten kinderen van Pietertje Bouwen verwekt bij Lubbert Hendrikz wert gestelt nevens Jacob Bouwensz, de persoon van Jacob Jansz wonende tot Emenes.
>